Europees parlement uitgedaagd om meer te doen met houtachtige biomassa.

13 december 2022

Een groot aantal organisaties en bedrijven hebben afgelopen maand een verklaring afgegeven waarin ze het Europees parlement oproepen om beperkingen over de inzet van ‘primaire houtachtige biomassa’ te heroverwegen.

Volgens de indieners is duurzame bio-energie goed voor een kleine 30% van de Europese stadsverwarming – en koeling. Daarbij is houtachtige biomassa een prominente duurzame en lokale energiebron, die maar liefst 10% van de totale energieconsumptie verzorgt. Bovendien wordt zo’n 96% van de biomassa in eigen land geproduceerd en draagt enorm bij aan het koolstofvrij maken van de energievoorziening. Een ander genoemd voordeel is de bijdrage aan de energie onafhankelijkheid.

Op dit moment is het overigens zo dat verwarming goed is voor de helft van de totale energievraag. Daarvan wordt ruim meer dan 40% voorzien door aardgas. Door de enorme prijsstijgingen en de afhankelijkheid wordt opnieuw gekeken naar richtlijnen voor hernieuwbare energie. De inzet van houtachtige biomassa draagt volgens de eerder genoemde indieners bij aan vermindering van koolstofemissie en zorgt voor minder afhankelijkheid.