Hoewel het huidige kabinet erkent dat biogrondstoffen cruciaal zijn om minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen, ziet het kabinet de maatschappelijke zorgen over biogrondstoffen toenemen. Dat is dan ook de reden waarom het kabinet heeft besloten om per direct te stoppen met het afgeven van nieuwe subsidies voor houtige biogrondstoffen om laagwaardige warmte op te wekken.
Critici maken zich zorgen of dit besluit bijdraagt aan de energie-onafhankelijkheid.
Uit diverse commentaren blijkt dat er een verschil wordt gemaakt tussen de grootschalige import van gekapt bos en de verzameling van resthout en houtafval. Voor het kabinet is het echter geen reden om een verschil te maken.
Opvallend is dat bijvoorbeeld de provincie Overijssel recent bekend maakte om biomassa in te zetten voor specifieke energieprojecten. Terwijl dezelfde provincie vorig jaar geen financiering geregeld kreeg, omdat niet kon worden gegarandeerd dat alleen duurzaam geteeld hout gebruikt zou worden. Energiefonds Overijssel is bereid om financiering beschikbaar te stellen voor specifieke biomassaprojecten voor bijvoorbeeld industriële processen of voor de verwarming van monumentale panden waarvoor geen duurzame alternatieven voor handen zijn.
Het geeft nog maar eens aan hoe verschillende inzichten en toepassingen tot ‘zwalkend’ beleid kunnen leiden.